Wennen

Rond hun tweede jaar gaan kinderen over naar de peutergroep. Ook bij deze
overgang gaan de kinderen eerst een paar keer wennen.
Bij de peutergroep nemen we duidelijk afscheid met de kinderen.

Vast dagritme

9:00-10:00 knutselen en vrij spelen in de hoeken
10:00-10:30 fruit eten en verschoonronde
10:30-11:30 Ballorig
11:30-12:30 brood eten en verschoonronde
12:30-14:30 slapen en extra tijd voor peuteractiviteiten met de kinderen die niet meer
hoeven te slapen
14:30-15:00 tussendoortje en voorlezen
15:00-16:30 verschoonronde, schoenen aan en buitenspelen
16:30-17:00 puzzels, kleien of kleuren
17:00-17:30 warme maaltijd voor kinderen die hier mogen blijven eten.
Niet alle kinderen gaan hier echter nog naar bed. En naast het verschonen van de
luiers wordt hier uiteraard ook tijd vrij gemaakt voor zindelijkheidstraining.

Zindelijkheid

Elk kind dat in deze fase zit, heeft een zindelijkheidskaart
Iedere keer dat een kind op de wc heeft geplast of gepoept, mag hij/zij een sticker
opplakken. Aan ongelukjes besteden we geen negatieve aandacht. Dat hoort nou
eenmaal bij het proces van zindelijk worden.
Het is verstandig om er in deze fase voor te zorgen dat een kind altijd wat extra
schone kleren op de opvang heeft liggen. Vaak is het zo dat een kind thuis wat
sneller zindelijk is dan op de opvang. Er is meer drukte en afleiding dan thuis
waardoor het plassen nog wel eens wordt vergeten. In overleg met de leidsters kan
worden gekeken wanneer een kind er aan toe is om op de opvang geen luier meer te
dragen. Sommige kinderen gaan op het potje, anderen zijn al helemaal zindelijk en
mogen naar de wc. We stimuleren de kinderen om hun handen te wassen na het
wc-gebruik.

Activiteiten

Op de Peutergroep wordt natuurlijk veel tijd vrijgemaakt voor voorlezen, knutselen,
liedjes zingen. We werken veelal met thema’s van Kiki.
Hierbij kunt u denken aan thema’s als lente, winter, feestdagen, Sinterklaas e.d. maar
ook aan thema’s als kriebelbeestjes / bosdieren / het verkeer / kleuren en vormen
etc. Er zijn meer dan 20 thema’s die wij naast de jaargetijden jaarlijks afwisselen.
Naast het contact met de leid(st)ers wordt ook het contact met de andere kinderen
steeds belangrijker. Kinderen sluiten vriendschappen en maken deel uit van een
groep. In plaats van náást elkaar, gaan ze steeds vaker mét elkaar spelen. Ze
ontwikkelen meer en meer hun eigen identiteit met duidelijke voorkeuren voor andere
kinderen maar ook voor bijvoorbeeld speelgoed. Het speelgoed dat we aanbieden is
dan ook zeer divers. Zo geven we alle kinderen de mogelijkheid te ontdekken wat ze
leuk en minder leuk vinden en waar hun interesses liggen.
Met de peuters zijn we regelmatig buiten te vinden. Kinderen doen tijdens het
buitenspelen essentiële vaardigheden op. Buiten spelen is zeer goed voor de grove
motoriek. Deze grove motoriek wordt ontwikkeld door bijvoorbeeld rennen, fietsen,
springen, glijden en klimmen.

Sociale competenties

  • Binnen de 2-4 jaar groep besteden we aandacht aan de ontwikkeling van de sociale
    competenties op onder andere de volgende manieren waarin autonomie en
    socialisatie het belangrijkste zijn
  • Bij de peuters stimuleren we de kinderen om samen te spelen en samen te delen.
    Daarbinnen laten we wel ruimte voor het aangeven van de eigen grenzen. VB.
    kinderen mogen aangeven dat ze op dat moment graag liever alleen spelen.
  • kennis en vaardigheden in relatie tot een ander
  • kennis en vaardigheden in relatie tot de groep
  • kind geeft richting aan zijn eigen ontwikkeling